In de zomer van 2023 toont Huis Marseille Take This with You / Pran sa avèk ou, de eerste Europese tentoonstelling van de in Haïti geboren kunstenaar Widline Cadet. Zij gebruikt haar fotografische praktijk om te reflecteren op haar migratieachtergrond en in te gaan op thema’s als verwantschap, intergenerationeel erfgoed en de kwetsbaarheid van het geheugen. Schijnbare tegenpolen als aan- en afwezigheid, feit en fictie of verleden en toekomst komen terug in allerlei schakeringen en nuances.
Het aanvullen van het familiearchief
Op tienjarige leeftijd verliet Widline Cadet haar geboorteland Haïti om zich in New York te vestigen. Ze ging haar broers en zussen achterna, die haar een voor een waren voorgegaan om zich bij hun moeder te voegen. Cadet had toen al jaren niet meer bij haar moeder gewoond. ‘Gemis is vaak een motor voor mijn werk,’ zegt ze terugblikkend.
Hoewel Cadet volwassen werd in Amerika, bleef zij haar banden met Haïti en haar familieleden daar onderhouden. Haar nieuwsgierigheid naar haar familiegeschiedenis en de generaties die haar voorgingen nam toe. Maar van haar oma van moederskant bleek bijvoorbeeld geen enkele foto te bestaan. Haar verlangen om het kleine familiearchief aan te vullen zette Cadet ertoe aan haar familieleden te gaan fotograferen. Tijdens haar master ging ze echter verder bij haar familie vandaan wonen, wat haar tijd en toegang tot hen beperkte. Daarom richtte ze haar lens steeds vaker op zichzelf. Met een inwaartse blik onderzoekt ze haar eigen identiteit en hoe deze is beïnvloed door haar migratie. Motieven in haar foto’s refereren aan haar verleden, zoals takken van de bougainvillea die rondom haar ouderlijk huis in Haïti groeide, en geruite jurkjes die gemodelleerd zijn naar haar oude schooluniform.
Toch kan ze in haar zelfportretten ook net zo goed iemand anders belichamen. ‘Mijn oma bijvoorbeeld, die zo’n dertig jaar voor mijn geboorte is overleden, maar toch een deel van mij is door haar band met mijn moeder. Zo’n intergenerationele manier van iemand kennen die je nooit hebt ontmoet zet mij aan het denken.’ Dit is een van de vele gevallen waarin Cadet iemand gestalte geeft op basis van de herinneringen van haar moeder. Zo haalt ze op een speculatieve manier – gissend naar mogelijke versies van de persoon – figuren uit het verleden naar het heden en de toekomst.
Verwantschap tussen zwarte vrouwen
Aanvankelijk richtte Cadet zich in haar werk op de vrouwen in haar familie, zoals haar moeder en zussen, later breidde ze haar repertoire uit naar mensen daarbuiten. Ze vroeg vrienden en mensen op straat met wie ze een klik voelde, of ze model wilden staan. ‘Er zit magie in dit soort toevallige ontmoetingen, en in het gulle vertrouwen dat mensen mij gaven door zich te laten fotograferen,’ zegt ze hierover. In haar foto’s verbeeldt ze hen als haar zussen, familieleden die ze nooit heeft ontmoet en soms als dubbelgangers. ‘Zo kwamen er vreemden in mijn werk: niet als vreemden, maar als mensen van wie ik mij inbeeldde dat ik ze al kende.’ Dat alle geportretteerden zwarte vrouwen zijn, is niet toevallig. Cadet viert de natuurlijke verwantschap die ze met hen voelt en verzet zich tegen stereotiepe representaties van zwarte vrouwen.
Verwijzingen naar het maakproces
Doordat Cadet vrouwen met een sterke visuele gelijkenis naast elkaar plaatst, ontstaan er ‘dubbelingen’ in de foto’s. Dit effect zet ze soms verder aan met fotobewerkingen. Zo ziet een opmerkzaam oog dat een compositie van voorovergebogen meisjes wel heel veel ledematen telt voor slechts twee personen. Met dit soort ingrepen laat de fotograaf ons actief kijken en twijfelen aan onze waarneming: zijn de ‘tweelingen’ niet ook een vorm van ‘knip- en plakwerk’? Of de dubbelgangers verwijzen naar twee vriendinnen, twee zussen, twee varianten van dezelfde persoon of naar een duale identiteit laat Cadet in het midden.
Rechtstreekse verwijzingen naar het fotografische maakproces herinneren kijkers eraan dat ook de onbewerkte beelden geconstrueerd zijn. Bij het ene werk is het camerastandpunt zodanig dat de stelling van het achtergronddoek prominent in beeld komt, bij een ander ligt de zelfontspanner haast uitdagend zichtbaar in de hand van de fotograaf.
Take This with You / Pran sa avèk ou
In Huis Marseille plaatst Cadet haar familiearchief naast haar eigen foto’s van familie, vrienden, haarzelf en (voorheen) onbekenden. Samen vormen ze één archief waarin verschillende generaties en tijdlagen naast elkaar bestaan. Door (haar familie)geschiedenis te benaderen via hypotheses ontstaat er een interessante dynamiek tussen feit en fictie. Cadet vlecht ze samen tot een istwa, een Haïtiaans-creoolse term die zowel ‘geschiedenis’ als ‘verhaal’ kan betekenen.
Take This with You / Pran sa avèk ou is Cadets eerste tentoonstelling in Europa. Net als Cadets foto’s vaak meerdere betekenissen hebben, verwijst de titel naar verschillende dingen. De zin schoot haar als kind te binnen toen ze zich voorbereidde op de verhuizing naar de Verenigde Staten. Als volwassene herinnert hij haar aan wat ze mee moet nemen als ze tussen beide landen reist. Het verwijst ook naar het tastbare karakter van fotografie als proces dat driedimensionale objecten afvlakt en omzet in iets wat je makkelijk bij je draagt. Zo kunnen foto’s in tijden van gemis een brug slaan tussen mensen die geografisch of in tijd ver van elkaar verwijderd zijn.
Widline Cadet (1992, Pétion-Ville, Haïti) kreeg al tijdens haar middelbareschooltijd les in analoge fotografie en tijdens haar bachelor (City College of New York) en haar master (Syracuse University) heeft zij zich verder in fotografie gespecialiseerd. Cadet woont en werkt in de Verenigde Staten.
Cadets werk bevindt zich in verschillende openbare en particuliere collecties, waaronder die van het Museum of Contemporary Photography (Chicago), het Los Angeles County Museum of Art, het Whitney Museum of American Art (New York), het Pérez Art Museum Miami, het Milwaukee Art Museum en het Princeton University Art Museum. Het werd onder meer gepubliceerd in Aperture Magazine, Foam Magazine, The New Yorker, TIME Magazine en The New York Times Magazine, en bekroond met een Mortimer-Hays Brandeis Traveling Fellowship (2013), een Skowhegan School of Painting and Sculpture artist-in-residency (2018), een Lighthouse Works Fellowship (2019), een Syracuse University VPA Turner artist-in-residency (2019), de Museum of Contemporary Photography’s Snider Prize (2020), een Lit List-nominatie (2020), een NYFA / JGS Fellowship in fotografie (2020) en een Studio Museum in Harlem artist-in-residency (2020-2021).
Met werk uit onze collectie