De tentoonstelling Vrouwen aan het front – Fotografie van Lee Miller tot Anja Niedringhaus rekent af met het beeld dat oorlogsfotografie een mannenzaak is. Het werk van acht vrouwelijke fotografen wordt uitgelicht. Vrouwen die zich moedig staande hielden in gevaarlijke en door mannen gedomineerde situaties aan het front, vanaf de Spaanse Burgeroorlog (1936 -1939) tot aan het strijdtoneel in Afghanistan in 2014. Te zien zijn foto’s van Lee Miller (1907–1977), Gerda Taro (1910–1937), Catherine Leroy (1944–2006), Christine Spengler (geb. 1945), Francoise Demulder (1947–2008), Susan Meiselas (geb. 1948), Carolyn Cole (geb. 1961) en Anja Niedringhaus (1965–2014).
Naast het omverwerpen van het stereotype beeld van de oorlogsfotograaf, wordt aan de hand van het werk van deze fotografen de opkomst, de ontwikkeling en de impact van oorlogsfotografie belicht. Door de geschiedenis heen is het fotografen gelukt de oorlog terug te brengen tot individueel leed en lef, waardoor de buitenwereld zich kan verplaatsen in het conflict en compassie kan voelen. De impact van oorlogsfotografie heeft meer dan eens de publieke opinie doen kantelen wat betreft democratie en de schending van mensenrechten.
Vrouwen aan het front – Fotografie van Lee Miller tot Anja Niedringhaus is te zien van 19 augustus tot en met 26 november 2023 in Fotomuseum Den Haag.
|
–
|
Boven: Bagdad, Irak, april 2003 © Carolyn Cole; Londonderry, Noord Ierland, 1972 © Christine Spengler
Onder: Beirut, Lebanon, 1976 © Françoise Demulder
Positie van de vrouw
“Just treat me like one of the boys” is een veelzeggende uitspraak van fotograaf Lee Miller, verwijzend naar de tijd dat ze met de geallieerde troepen meereisde door Duitsland en getuige was van de bevrijding van gevangenen uit concentratiekampen. Ondanks dat vrouwelijke fotografen altijd al aanwezig waren aan het oorlogsfront, is hun werk grotendeels onzichtbaar gebleven. In retrospectief kunnen we zeggen dat dit niets te maken heeft met hun talent en gedrevenheid, maar eerder met uitsluiting die voortkomt uit de overtuiging dat vrouwen niets te zoeken hebben in conflictgebieden.
Dat er sinds de eerste oorlogsverslaglegging nog niet veel is veranderd in de perceptie van de vrouwelijke aanwezigheid in conflictgebieden blijkt uit het feit dat veel fotoredacteuren nog steeds liever geen vrouwen naar conflictgebieden sturen. Vrouwelijke fotografen moeten harder werken om accreditaties te verkrijgen, zijn vaak verantwoordelijk voor hun eigen veiligheid ter plaatse en fotoredacties staan lang niet altijd open voor hun verhalen.
|
Chirurg en anesthesist in het 44ste noodhospital, Normandië, Frankrijk, 1944 © Lee Miller Archives
Waardevolle bijdrage
Met deze tentoonstelling streven wij ernaar bij te dragen aan de erkenning die deze fotografen ten volle verdienen. Dit doen we door hun werk te tonen, hun persoonlijke ervaringen te delen en de impact van hun beelden te duiden. Hoewel hun foto’s in internationale media als Life Magazine, Le Monde en The New Yorker gepubliceerd werden en zij prijzen wonnen zoals de Robert Capa Medal voor heldenmoed en de World Press Photo Award, zijn nog lang niet alle namen bij het grote publiek bekend.
In de afgelopen decennia hebben de fotografen uit de tentoonstelling lange tijd, ondanks de prijzen en publicaties, niet de erkenning gekregen voor hun waardevolle bijdrage aan de verslaglegging van conflicten. Neem Catherine Leroy. Tijdens de Vietnamoorlog overtrof Leroy alle andere fotografen door zichzelf vóór de frontlinie te plaatsen, of dit nu betekende dat ze uit een helikopter sprong of over de grond kroop. Zo lukte het haar om haar camera te richten op de jonge gezichten van de Amerikaanse soldaten. Ondanks haar uitzonderlijke fotografie, zijn het toch uitsluitend de namen van mannelijke collega’s die naar voren komen wanneer je zoekt op oorlogsfotografie uit Vietnam. Een ander voorbeeld is Gerda Taro. Wetende dat haar werk beter verkocht onder de naam van haar partner Robert Capa, zijn veel van haar foto’s niet onder haar naam maar die van Capa gepubliceerd. Pas recentelijk is hier onderzoek naar gedaan en wordt duidelijk hoeveel groter haar aandeel is geweest.
|
–
|
Boven: Battle of Hill 881, nabij Khe Sanh, Zuid-Vietnam, april-mei 1967 © Catherine Leroy, Dotation Catherine Leroy; Baghdad, Iraq, November 2004 © Anja Niedringhaus / Kunstpalast Dusseldorf
Beneden: El Salvador, 1980 © Susan Meiselas / Magnum Photos
Tentoonstelling en publicatie
De tentoonstelling presenteert het werk van acht fotografen dat gemaakt is aan de frontlinies van conflicten over de hele wereld, van de Spaanse burgeroorlog tot aan Afghanistan. De foto’s worden op chronologische wijze tentoongesteld, waarbij elke fotograaf monografisch wordt gepresenteerd.
De tentoonstelling is samengesteld door Felicity Korn van Kunstpalast Düsseldorf en gastcurator Anne-Marie Beckmann ter ere van de nalatenschap van Anja Niedringhaus. Het foto-archief van Niedringhaus is na haar dood opgenomen in de collectie van Kunstpalast. Eerder was de tentoonstelling te zien in Fotomuseum Winterthur en Musée de la Libération in Parijs. Bij de tentoonstelling is een gelijknamige catalogus verschenen, uitgegeven door Prestel Publishing, met bijdragen van de curatoren Anne-Marie Beckmann en Felicity Korn. De catalogus is reeds uitverkocht.
Verdiepend programma
Dit najaar organiseert Fotomuseum Den Haag in samenwerking met diverse partners bij de tentoonstelling een verdiepend programma waarin we samen met het publiek onderzoeken welke rol oorlogsfotografie vandaag de dag heeft, welke invloed de beelden hebben op de publieke opinie en wat dit vraagt van fotografen die deze taak op zich nemen. Het programma wordt in de loop van de zomer op fotomuseumdenhaag.nl bekend gemaakt
Deze tentoonstelling presenteert zo’n 120 werken uit de afgelopen 80 jaar van de fotografen Lee Miller (1907–1977), Gerda Taro (1914–1937), Catherine Leroy (1944–2006), Christine Spengler (geb. 1945), Françoise Demulder (1947–2008), Susan Meiselas (geb. 1948), Carolyn Cole (geb. 1961) en Anja Niedringhaus (1965–2014). Zij brachten strijdtonelen en gevechtshandelingen in beeld die in kranten en tijdschriften werden gepubliceerd. Ook hadden zij oog voor de absurditeit van het fenomeen oorlog en legden zij makkelijker contact met vrouwen en kinderen wat heeft geleid tot intieme observaties van de veelal verschrikkelijke gevolgen voor een burgerbevolking.
Beeld aankondiging: Anja Niedringhaus, Picture Alliance / AP Images