In de jaren negentig van de vorige eeuw viel Joegoslavië op gewelddadige wijze uiteen. Er ontstonden zeven nieuwe landen en talloze nieuwe grenzen. In Bloed en honing gaan Van der Linde en Segers op zoek naar de betekenis van deze grenzen. Ze laten de wereld zien van gewone mensen met een buitengewone geschiedenis. Mensen die dromen, vechten, angstig zijn, worstelen met hun lot, met de versplintering van hun wereld, een gevaar dat ook elders in Europa samenlevingen bedreigt.
In vaak poëtische beelden laat Segers in haar foto’s de sporen van de gescheiden werelden zien: de vlaggen, kruisen en minaretten, de kreten op de muren, mensen die elkaar via graffiti en symbolen op de muren boodschappen toeschreeuwen, de granaatinslagen en kapotte huizen. De geïsoleerde levens. De grenzen zijn overal en meestal onzichtbaar aanwezig: of het nu de kersverse landsgrenzen zijn of de vele grenzen die dwarsdoor gemeenschappen en landen heenlopen. Maar niets is eenduidig want ondanks tragedie en stilstand, gaat het leven door en is er ook hoop en troost