Jaap Bijsterbosch neemt je met “Omtrent IJzeren Lijnen” mee in de wereld van spoorwegen, treinreizen, treinpassagiers, stations. Een langlopende fotografische obsessie voor spoorlijnen als een lang ijzeren lint in het (stads)landschap, voor het reizen per trein, voor het niet genoeg kunnen krijgen van het voorbijflitsend uitzicht. Vaak oog voor het soms vervreemdende van de publieke huiskamer die een treincoupé is en op de treinstations de overgave aan het bijna ritmische geroezemoes.
De af en toe ambigue foto’s zijn gemaakt in een periode van ruim 30 jaar en schetsen behalve een persoonlijke weergave van spoorwegen en treinreizen ook een beeld van de ontwikkeling van de fotograaf Jaap Bijsterbosch. Van analoog (vintage) zwart-wit tot digitaal kleur. Aandacht voor licht, kader, compositie in dienst van het fotografisch verhaal. Soms heel direct, soms observerend, soms voyeuristisch, soms zowat archetypisch.
Op de expositie zullen zowel analoge barietdrukken, hybride zwart-wit prints als volledig digitale kleurenprints te zien zijn, een stukje fotografische geschiedenis.
“Bijna mijn vroegste jeugdherinnering: Ik zit in het gras en kijk naar de spoorlijn en zie een grote stoomtrein voorbijrijden. De Machinist zwaait. Volgens het verhaal was ik 2 km van huis gelopen en vond mijn vader me na een paar uur ongerust zoeken.
Andere herinnering uit dezelfde tijd: Ik logeer bij mijn oma in Friesland en sta op een paar kussens in mijn ledikantje om net uit het zolderraam naar de spoorlijn achter het huis te kunnen kijken. Elke avond trekt een grote donkergroene puffende stoomlocomotief een lange goederentrein naar Leeuwarden.
In 1967 wordt het perronkaartje in Nederland opgeheven. Als treinenfreak zie ik mijn kans schoon en ga regelmatig op de station perrons van Zwolle kijken. Naar de treinen maar al snel ook naar mensen. Ik verzin verhaaltjes over de in- en uitstappende passagiers. Thuis luister ik naar de Beatles én Stones maar speel ook vaak op de zolder met mijn Märklin modelspoorbaan.
Later word ik fotograaf. De fascinatie voor treinen, spoorlijnen, stations en passagiers is altijd zacht aanwezig om af en toe door te breken in projecten van langere adem. Bij het fotograferen van treinen en spoorwegen ontdek ik steeds meer dat ik er mijn fotografische voorliefdes kwijt kan: landschappen, lichte vervreemding, die soms ondefinieerbare magische momenten tussen mensen in openbare ruimtes. Het spanningsveld tussen openbaar en privé.
Wat ik ook vind zijn die dingen die me als fotograaf van het begin af interesseren. Werking van licht, het op de staart trappen van de tijd, het spitten in de visuele waarneming en daar die elementen uit plukken om een nieuw, misschien wel nooit gebeurd verhaal vast te leggen.
Als opgroeiend kind had ook ik dus een modelspoorwegbaan. Het nabootsen van de treinenloop was leuk, maar het bouwen van het landschap was nog leuker. Die liefde voor het gemaakte landschap kwam later terug in de fotografie. Het vastleggen van spoorweglandschappen, die als een lang ijzeren lint zich door stad en land slingeren. De specifieke spoorwegwerken zoals emplacementen, vakwerkbruggen, bijzondere architectuur. Dat begon allemaal toen ik een werkruimte kreeg naast een spoorbrug, waar elke paar minuten met veel geraas een trein overheen bonkte.
Toen de digitale compact camera op de markt kwam, zag ik mijn kans schoon. Onzichtbaar en onhoorbaar kon/kan ik mensen in de openbare huiskamer die de coupé is observeren en vastleggen. Ik vroeg/vraag eigenlijk nooit om toestemming. Als ik dat doe is de authenticiteit van het moment voorgoed verloren. En is het niet zo dat de trein- & metrocoupé ’s verlengstukken zijn van de openbare ruimte. Al zou je dat bij sommige gedragingen soms niet zeggen.”
Jaap Bijsterbosch (1951) ontwikkelde op zijn 16de zijn eerste film op de zolder van het ouderlijk huis. Hij maakte en maakt zowel foto’s waarin het landschap en de locatie centraal staan, als plaatsen waarin menselijke aanwezigheid en menselijk gedrag de hoofdrol spelen. Het artificiële dorpslandschap in de omgeving van zijn woonplaats Diemen behoort daartoe, maar ook winkelstraten en pleinen in grote steden. Al heel lang voordat de selfies-hype losbarstte, maakte hij zelfportretten. Zijn werk is alom in de wereld geëxposeerd en gepubliceerd, van New York tot in Diemen. Veel van zijn foto´s wonnen nominaties en prijzen bij internationale professionele wedstrijden.
Hij geeft les op de Fotoacademie Amsterdam. Op zijn weblog “Oogenblikjaap” http://oogenblikjaap.blogspot.com/ doet hij regelmatig verslag van zijn fotografische bevindingen. Hij is lid van de GKfgroep van de beroepsvereniging DuPho.